Over het gaas geleund want blaren in mijn handen
Daar loopt ze langs zo echt en zonder banden
Dat heb ik maar een keer gezien
Twee borsten zo kien
Haar passen komen steeds nader
Bij die tuin, die van mijn vader
Ze vraagt zal ik water halen, of een kopje thee
Maar het gaas, dat werkt niet mee
Nu weet ik zelfs haar naam niet meer
Maar de herrinnering doet soms nog zeer
In mijn hoofd komt vaak de vraag
Wat, o wat wilde ze zo graag
Een gedicht, een waar verhaal
Vertel ik hier aan een zaal
Is er dan toch de wens
Haar nog eens te zien, die ene mens